zaterdag 20 december 2014

Aftellen tot de feestdagen!

Ik merk het thuis al: mijn moeder loopt zenuwachtig rond te controleren of ze alles in huis heeft, of al haar boodschappenlijstjes correct zijn, of ze voldoende eten aan het inslaan is, waar de versiering moet, enz. Grappig dat het feest die ons rust en vrede moet schenken, zoveel haast en chaos met zich meebrengt. Wanneer ik dan aangeef dat ze gerust mag loslaten en iedereen niet op de puntjes van perfectie gaat kijken, krijg ik de legendarische 'wacht maar tot jij voor 25 man een feest moet regelen' blik. En dan popel ik om het idee, want de feestdagen zijn echt geweldig. Ik zie me al helemaal uitleven in de keuken, alles vrolijk versieren... maar zonder de stress. Perfectie bestaat niet en als de mensen klagen over details, is dat hun probleem. Als het eten in orde is en iedereen gesetteld, moet je opgaan in het feest. Daarvoor kom je toch immers samen?  Ik denk dat mijn moeder niet de enige is, elke gastvrouw wil immers haar beste beentje voorzetten en iedereen een memorabele Kerstmis schenken. Maar de waarheid is dat mensen het zullen onthouden als de sfeer geweldig was, iedereen goed heeft kunnen lachen en er oprechte wensen zijn uitgewisseld. Het deel waarin je 10 minuutjes op kroketten moest wachten, het glas dat werd omgestoten en de kerstbal die stukviel, zullen tegen Kerstmis 2015 alweer vergeten zijn. Vandaar een klein gedichtje ter inspiratie:

De treinen waren overvol,
‘t was een gedrang en een gehol,
ze kwamen van heinde en ver,
de burgers en de militairen,
ze lachten met elkaar of praatten van kerstverlof
-een hele week het kon niet op!
`t Geheel leek een bonte stoet van kermisklanten,
belust op nog wat jaarrestanten.
En toen de trein op tijd vertrok,
was `t barstensvol tot aan de nok.
Hoe moeilijk sommigen ook stonden,
waren ze blij dat ze reizen konden
naar wintersport, Parijs of Londen,
hun zakken vol met euro’s en ponden.
Maar onder hen, haast niet te zien,
was ook een knaap van een jaar of tien.
Geheel alleen was hij gekomen
en stond wat voor zich uit te dromen.
De conducteur die zag het kind en vroeg:
`Waar is de reis heen, mijn vriend?'
`t Kind schrok en zei met zachte stem:
`Ik wil zo graag naar Betlehem,
ik heb mijn spaarpot meegebracht.'
Toen werd het stil,
o stille nacht,
niet één had daar nog aan gedacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten