dinsdag 30 december 2014

Miscommunicatie

Ik was al even aan het nadenken over een nieuw onderwerp voor dit bericht. Maar er kwam niets spontaan naar boven. Tot ik mijn zebravinken eten wou geven. Een van de meisjes, Kororo, is constant duizeling door druk op haar hoofd. Eigenlijk heeft ze in mensentaal gesproken een niet-aangeboren hersenletsel. Hierdoor heeft ze moeite met haar evenwicht en duurt alles wat langer. (zie ook 'telepathisch communiceren met dieren')

In ieder geval, mijn zebravinken zijn redelijk hand tam. En daar geniet ik van. Ik heb ook enkele vaste zinnen en handbewegingen die ze ondertussen herkennen om een basis boodschap over te brengen. Zoals 'Ik ga de eetbakjes bijvullen, allemaal opschuiven aub.' Ik wijs de eetbakjes aan en maak dan met mijn wijs- en middenvinger de beweging van stappende beentjes. Twee vriendjes die dichtbij zaten, vlogen naar de andere kant van het hok. De rest zat ver genoeg opdat ik niet zou botsen wanneer ik met mijn hand in het hok kom. Dan merk ik Kororo op, op het stokje vlak bij de opening waar ik met mijn hand zou moeten binnengaan en met haar rugje naar mij. Ze heeft me nog niet opgemerkt. Ik zeg rustig enkele keren haar naam en ik zie haar kopje draaien. Ze heeft haar naam herkend. Ik herhaal terug mijn zin en handbewegingen over de eetbakjes enkele keren en geef haar alle tijd. Ik zie dat ze geen aanzet maakt te verhuizen. Meestal begint ze rond te kijken en dan weet ik dat ze een geschikt landingsplekje zoekt. Maar ze dommelt rustig verder. Na enkele keren mijn zin te hebben herhaalt, besef ik dat ze tot dan telkens enkele vogelpootjes op het stokje is opgeschoven. En ik val in de slappe lach. 'Ooh, sorry lieverd, ik had het niet door, das eigenlijk ook opschuiven ja. Maar ik bedoel naar een ander stokje, zodat ik even in het hok kan en we niet botsen.' Ze kijkt me nu met een scherpere blik aan ipv het afwezige kopje van daarvoor, vliegt voorzichtig op en landt een stokje verder. 'Dank je wel lieve schat!' En ik vul de eetbakjes bij.

Ieder ander ziet het waarschijnlijk als een grappig tafereeltje en hangt er niet meer aan. En toch, op dat moment besefte ik eigenlijk dat Kororo perfect had gedaan wat ik had gevraagd, alleen niet wat ik had bedoeld. En het drong tot me door hoe vaak we dingen anders verwoorden dan dat we bedoelen en hoe vaak we eigenlijk vanuit onze eigen bril iets heel anders kunnen interpreteren dan wat de andere eigenlijk met zijn verhaal wou zeggen. Ik neem me voor om me beter te leren uitdrukken en beter na te gaan of ik de andere wel goed heb begrepen. Makkelijker gezegd dan gedaan natuurlijk, maar misschien is de beste start om dan bij misverstanden te beginnen. Of bij irritaties over een communicatie. Ga eens rustig zitten en analyseer wat je zo irriteert of wat je niet begrijpt. Wat denk je dat de andere oprecht bedoelde? En hoe leek de persoon zich toen te voelen? Misschien was hij wel gehaast of ziek waardoor je het meteen veel minder persoonlijk opneemt. De dingen van op afstand bekijken, helpt dan om te relativeren. En daarna moet je naar jezelf durven kijken. Hoe heb ik de dingen verwoordt? Met welke intonatie? Met welke bedoeling? Was dat wel wat ik bedoelde? Ik denk dat wanneer we zo stilaan onze misstappen proberen te begrijpen en aanpakken, we na verloop van tijd spontaan beter gaan communiceren. En wat een opluchting moet dat zijn om niet voor de zoveelste keer te piekeren wat iemand daarin godsnaam nu weer mee zou hebben bedoeld!

donderdag 25 december 2014

Kerstmis

Eindelijk Kerstmis! Hier in huis vind je een 2tal weken op voorhand al de eerste tekenen. De versiering wordt boven gehaald, de kerstboom gekocht, kerstkaartjes van de winkel meebrengen (en ze nog te laat versturen), ... De menu die al een maand op voorhand vast lag, werd overlopen en de nodige boodschappen zijn gedaan. Dit jaar rekenen we op 22 personen. Weinig, meestal loopt het naar de 30 toe. Maar iedereen heeft nu eenmaal 2 families en sommigen moeten ook op de feestdagen werken zoals mijn nicht die verpleegster is.

En toch kijk ik ernaar uit iedereen weer te zien. Het is niet zo lang geleden, wij vieren elke maand wel iets met de hele familie. En net dat maakt het zo fijn, onze familie is hecht, we komen vaak samen. En met kerstmis is er net dat beetje meer. Iedereen haalt verhalen naar boven die wat schaamrood en gelach opwekken, maar aan het einde van de dag is iedereen voldaan. In gevoel van warmte en in eten (aangezien het lijkt alsof hier voor de buren mee wordt gekookt, want god, er moet zeker genoeg zijn!)

Ik heb al langs mijn neus weg laten vallen om de kaarten terug boven te halen met mijn neven en nichten. Iedereen was meteen enthousiast. Het is alweer enkele jaren geleden dat dit is gebeurd. Onze grootvader heeft ons allemaal leren kaarten (wiezen, presidenten, ...) en het werd vroeger vaak gedaan. Maar dan kwamen de liefjes erbij en dan dacht iedereen er minder aan. Misschien om niet onbeleefd te zijn of omdat we niet wisten wat ze ervan zouden vinden? Ondertussen is dit het 2e kerstfeest zonder mijn grootvader. Dat zal er ook wel mee te maken hebben. We spreken wel vaak over hem en we steunen elkaar. Maar kaarten zal altijd iets blijven dat ons met hem verbindt. Iets wat hij ons heeft nagelaten. Het klinkt banaal, maar het zijn de herinneringen eraan die het zo waardevol maken. Ik herinner me mijn bompa die me wiezen uitlegde en ik zou voor de eerste keer meespelen. Iedereen paste in het spel, maar ik wou alleen proberen te winnen. Wist ik veel dat dit moeilijk was? En toch won ik! De blik en de complimentjes van mijn bompa waren toen meer waard dan elk kerstcadeau ooit. Er zal wel mee geluk in het spel hebben gespeeld, maar de herinnering was echt.

Wanneer iedereen straks rond de kersttafel zit, en dan bedoel ik ook onze dierbaren hierboven, dan voel ik de verbondenheid sterker dan ooit. En ik wens dat iedereen die voelt met zijn dierbaren, vrienden, familie, diegenen die we op het einde van het jaar willen zeggen 'bedankt dat je mee deel uitmaakte van een geweldig jaar!'.

Sommigen zullen als stilaan nieuwe voornemens beginnen opstellen tegen Nieuwjaar. Daar doe ik nooit aan mee. Vaak zijn het dan dingen die we al zolang willen bereiken, maar er nog niet van gekomen zijn. En dan hopen we dat we net nu dat duwtje extra krijgen. Ik wens gewoon dat ik gelukkig ga zijn. Niet zonder problemen (realistisch blijven! wens gewoon dat je ze zult aankunnen), maar dat ik een jaar tegemoet kan gaan waar ik in zal leren, groeien, lachen, omhelzen en kostbare herinneringen zal maken. Maar daarvoor hebben we nog een weekje tijd. Zak vanavond maar achterover en geniet van de kerstsfeer. Het is het absoluut waard.



zaterdag 20 december 2014

Aftellen tot de feestdagen!

Ik merk het thuis al: mijn moeder loopt zenuwachtig rond te controleren of ze alles in huis heeft, of al haar boodschappenlijstjes correct zijn, of ze voldoende eten aan het inslaan is, waar de versiering moet, enz. Grappig dat het feest die ons rust en vrede moet schenken, zoveel haast en chaos met zich meebrengt. Wanneer ik dan aangeef dat ze gerust mag loslaten en iedereen niet op de puntjes van perfectie gaat kijken, krijg ik de legendarische 'wacht maar tot jij voor 25 man een feest moet regelen' blik. En dan popel ik om het idee, want de feestdagen zijn echt geweldig. Ik zie me al helemaal uitleven in de keuken, alles vrolijk versieren... maar zonder de stress. Perfectie bestaat niet en als de mensen klagen over details, is dat hun probleem. Als het eten in orde is en iedereen gesetteld, moet je opgaan in het feest. Daarvoor kom je toch immers samen?  Ik denk dat mijn moeder niet de enige is, elke gastvrouw wil immers haar beste beentje voorzetten en iedereen een memorabele Kerstmis schenken. Maar de waarheid is dat mensen het zullen onthouden als de sfeer geweldig was, iedereen goed heeft kunnen lachen en er oprechte wensen zijn uitgewisseld. Het deel waarin je 10 minuutjes op kroketten moest wachten, het glas dat werd omgestoten en de kerstbal die stukviel, zullen tegen Kerstmis 2015 alweer vergeten zijn. Vandaar een klein gedichtje ter inspiratie:

De treinen waren overvol,
‘t was een gedrang en een gehol,
ze kwamen van heinde en ver,
de burgers en de militairen,
ze lachten met elkaar of praatten van kerstverlof
-een hele week het kon niet op!
`t Geheel leek een bonte stoet van kermisklanten,
belust op nog wat jaarrestanten.
En toen de trein op tijd vertrok,
was `t barstensvol tot aan de nok.
Hoe moeilijk sommigen ook stonden,
waren ze blij dat ze reizen konden
naar wintersport, Parijs of Londen,
hun zakken vol met euro’s en ponden.
Maar onder hen, haast niet te zien,
was ook een knaap van een jaar of tien.
Geheel alleen was hij gekomen
en stond wat voor zich uit te dromen.
De conducteur die zag het kind en vroeg:
`Waar is de reis heen, mijn vriend?'
`t Kind schrok en zei met zachte stem:
`Ik wil zo graag naar Betlehem,
ik heb mijn spaarpot meegebracht.'
Toen werd het stil,
o stille nacht,
niet één had daar nog aan gedacht.

zondag 14 december 2014

"Als tranen een trap konden vormen en herinneringen een brug, dan klommen we naar de hemel en haalden je terug."

Ik heb vandaag het bericht gekregen dat de vader van een heel goede vriendin is overleden. Het voelt heen onrealistisch. Iedereen wist al langer dat hij ernstig ziek was, hoe reageer je als je hoort dat iemand kanker heeft? En als je merkt dat de behandeling niet aan slaat? Het moet zo machteloos voelen, zo verdomd oneerlijk. Ik geef toe dat ik de vader amper heb gekend, maar wat ik me herinner was een vriendelijke man. Dus ik bid in stilte voor de ziel die naar boven is gegaan, voor het verdriet van de nabestaanden te verzachten en dat ze met de tijd alles en plaats kunnen geven. Dat is nu nog niet aan de orde. Huilen, rouwen, zelfs vloeken, alles moet er nu uit. En dan zal het opnieuw lukken om de dierbare herinneringen te zien. Ik  heb onlangs een quote gelezen: 'Je huilt niet omdat ik dood ben, je huilt om de herinnering die ik achterliet.' En dat is waar, we rouwen omdat we beseffen dat ons is ontnomen en wat we missen.

Ik heb zelf ondertussen al 2 keer ervaren wat het is om te verliezen: mijn peter en mijn grootvader. Ik herinner me het gevoel van woede omdat mijn peter op 56 jaar was ontnomen door een hartaanval. Zo plots, zonder afscheid, gewoon weg. Ik was een wrak, maar kwam langzaam weer boven door de herinneringen. Zijn onvoorwaardelijke steun en geloof waren sterker dan ooit net op het moment dat hij er niet meer was. Ik zat die dag (3 september 2011) voor de allereerste keer aan zee in Knokke. En ik herinnerde me iets wat hij jaar en dag had verkondigd: 'Als ik ooit doodga, zul je me vinden aan de zee.' Knokke was zijn lievelingsbadplaats geweest. Dat gaf me steun op het moment dat ik me verlaten voelde omdat ik als enige niet bij hem was geraakt vlak nadat hij was gestorven.

Mijn grootvader is net geen 90 geworden, in de laatste 2 jaren hadden we een felle achteruitgang en 2 opnames in het ziekenhuis gezien. Bij de 3e opname hield iedereen zijn hart vast. Maar de dag na Pasen leek hij 'herrezen'. We durfden terug optimistisch te zijn, maar niet teveel. Ik had gezien hoe hij voor het eerst was gaan hallucineren, beginnen schelden op mij terwijl hij nooit zijn stem had verheven. En hij heeft inderdaad het ziekenhuis niet meer verlaten. Op 8 april om 6u 's morgens hoorde ik de telefoon en alles schreeuwde in mij dat het voorbij was. Ik huilde, ik hoefde niet meer te horen wat de andere kant van de lijn te vertellen had. Ik wilde gewoon zo snel mogelijk naar het ziekenhuis zodat ik tenminste van mijn bompa wel afscheid kon nemen. Enkele dagen later kocht ik eindelijk de Para Astro (normaal heb ik die altijd het begin van de maand al in huis). Hun rubriek 'Maan Void of courses' geeft aan wanneer de maan geen enkel contact meer maakt met een andere planeet wanneer ze een teken verlaat. Als de maand void of courses is, valt niets meer in zijn plooi. Het is het moment dat alles misloopt. Bij de Ram (mijn sterrenbeeld) stond als pechmoment: 8 april 2013 om 06:00 ...

Af en toe heb ik behoefte om al die momenten nog eens bewust te doorleven, alsof ik zeker wil zijn ze niet te vergeten, hun gezicht niet te vergeten, hun stem, ... Ik heb voor beiden een herinneringsboek gemaakt om alles in neer te pennen wat ik nog weet en wat er af en toe nu nog door me heen gaat. En gedichten schrijven, ik heb geschreven alsof ik ze ermee kon terug brengen. Iedereen heeft zijn eigen manier om met zijn verdriet om te gaan. Ik bid dat iedereen die manier voor zichzelf vind wanneer de grond op momenten als deze lijkt te verdwijnen.

Gedichten voor peter: 

1 dag na het overlijden:

2 maanden na het overlijden:
tekst in parel: 
Twee maand geleden heb ik afscheid genomen
van een fantastische man vol idealen en dromen.
Met vele liefde en humor ging je door het leven, 
voor je job en je gezin heb je je steeds 100 % gegeven.
Je stond altijd voor iedereen klaar
met wijze woorden of een lief gebaar.
Genietend van het leven, in mijn herinneringen 
leerde je me dat geluk soms zit in hele kleine dingen.
Die wijsheid neem ik met me mee.
Koesterend, met een beetje heimwee.
Lieve peter, weet dat ik jou nog elke dag mis 
en jouw warme vriendschap onvervangbaar is.
Maar ik zal altijd in mijn herinneringen blijven geloven
tot we elkaar weerzien, daarboven.


Een jaar na het overlijden:

Gedicht voor mijn bompa vlak na het overlijden:

Bijna was je 90 geworden.     
En toch hebben we met pijn in ons hart afscheid genomen.   
Zo sterk als je was, zo hard zullen we je missen.                                                     
Ons vasthoudend aan de herinneringen die je achter liet.

De tent van oude doeken in de zomer                                                                                         
bouwde je met veel geduld voor de kleinkinderen op.               
Je tuin was steeds een deel van je leven.                        
Dit vond je belangrijk om de familie eten te geven.

Als je in de tuin aan het werken was,                                                                                         
moesten de kleinkinderen je van Bobonne gaan roepen,            
want dan stopte je pas.
De fruitella snoepjes stonden steeds verstopt,                          
anders waren ze zeker weer heel snel op.                 

Tijdens muurtje schot vloog de bal wel eens op het dak.                                                  
Met de ladder ging je hem halen met het grootste gemak.
Verhalen uit je verleden werden tot leven gebracht door jouw woorden.                                    
Door de man die altijd klaarstond met een luisterend oor en lieve woorden.

De familie was je heilig, niets was ooit te veel. 
En met 11 kleinkinderen als ons zegt dat meteen veel.
Met z’n zessen zakten we door het bed.                                        
Lattenbodem kapot, maar wel dolle pret. 
                                                                                       
Dan toch een keertje kwaad geworden,
maar het repareren verliep zonder zorgen.
Wanneer we bleven slapen, bracht je ons naar bed toe.        
Met een knipoog en glimlach zei je ‘oogjes dicht en snaveltjes toe’.  

Ook al was het ’s nachts niet altijd even stil.
Je verloor nooit je geduld en gaf geen gil.
Wanneer we dan eindelijk wakker waren, 
begon je geduldig de meisjes haren te ontwaren. 

Haartje na haartje, pluk na pluk, 
werkte je een hele tijd door aan één stuk.
De jongens met de go-car,
slippend op de koer,
met een lach keek je toe.
Wat voelden ze zich stoer!

Dit zijn slechts enkele herinneringen van de zovelen die ik nog weet.                                                      
Lieve Bompa, weet ik dat je nooit vergeet!




dinsdag 9 december 2014

'Het mooiste grijs van de wereld'

Ken je dat? Je ligt net goed in bed, helemaal ingeduffeld zoals je goed ligt na je 100 keer te herleggen. Het deken is als een cocon rond je gesponnen en dan ineens 'aah ja, dat moet ik opschrijven of ik ben het morgen vergeten!' Dan ontspint er zich een discussie waarvan de reden jammer genoeg vaak wint. 'Ik wil warm blijven' 'Het duurt maar even.' 'Ik onthoud het wel.' 'Wie probeer je eigenlijk iets wijs te maken?' 'Ik wil slapen!' 'Als je meteen had opgeschreven, was je nu al terug in bed!' Eeeeeeeen hup, ik spring eruit, krabbel in sneltempo iets neer en duik weer onder het donsdeken, in de hoop dat het niet te hard is afgekoeld. Het enige verschil tussen mij en jullie vermoed ik, is dat jullie praktische dingen zullen neerschrijven à la 'ik mag niet vergeten dat morgen mee te brengen van de boodschappen', 'ik moet nog bij de bank passeren', verjaardagscadeau niet vergeten mee te nemen naar de feest' enz. Ik krijg echter tijdens de eerste roes slaap prachtige ideeën om over te schrijven. En daaruit is de basis van volgend verhaal gekomen. Ondertussen heb ik de tijd gehad om het deftig uit te schrijven, ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden :)

‘Het mooiste grijs van de wereld’
De zon straalde zo ver als de horizon reikte. Alles bad in de gouden stralen en bloemen ontloken tot bonte velden. De musjes leken om ter mooist te willen zingen, het beekje kabbelde rustgevend zijn weg en aan de hemel was geen wolkje te bespeuren. En in deze explosie van vrolijkheid en energie kon je een witte figuur zien, tussen de bloemen neergehurkt te genieten. ‘De wereld was mooi, zoiets vind je toch nergens anders? dacht hij.’ ‘Heb ik niet alle reden om dankbaar te zijn? Het leven is perfect!’ Om de witte figuur heen waren honderden andere levende wezens, hij voelde zich nooit alleen.

De witte figuur stond op en wandelde van genot door de prachtige natuur. ‘Wat heb ik toch geluk!’ Maar na een tijdje begon hij om zich heen te kijken. Alles bleef even prachtig, het raakte hem steeds minder. Hij had alles immers al gezien. ‘Waarom? Waarom voel ik me zo? Ik heb toch alles waar iedereen van droomt? Wat voel ik eigenlijk?’ En dan merkte hij de drukte om hem heen, eigenlijk had hij nooit een moment voor zichzelf. ‘Hoe zou het voelen om eens alleen te zijn?’
Er liep een pad voor het bos, tot verder weg dat de witte figuur ooit was geweest. ‘Waar zou het naartoe gaan? Misschien moet ik het gewoon ontdekken, hier heb ik toch alles gezien.’ En hij startte zijn reis. Naarmate het pad vorderde, waren er minder dieren. De zon scheen ook niet meer zo fel. De bloemen hadden net iets minder felle kleuren en waren niet meer zo talrijk aanwezig. ‘Vreemd, waar ik woon, is het mooier. Dit is echt anders... interessant.’

Het woud was helemaal niet mooi meer. Het begon stilaan op een griezelbos te lijken, waar was hij toch aan begonnen? ‘Wil ik wel verder? Wie weet wat er op me wacht...’ Maar zijn nieuwsgierigheid won het van de angst en hij zette een stap vooruit terwijl een schichtige wezel voor zijn voeten de struiken in dook.


De regen viel in bakken uit de lucht. Het was alsof de hemelpoorten waren open gezet en de goden huilden om hoe het met de wereld ging. De lucht was asgrauw en tussen de bijeen gepakte wolken klonk de donder. Het enige licht was een korte flits die van boven afdaalde tot de doorweekte aarde. Nergens waren dieren te bespeuren, hier en daar overleefde een moerasplantje. En in dit stormweer, als je goed keek, zag je een zwarte figuur staan. Met doorgehangen schouders, het hoofd naar voor hangend. Niet eens de moeite nemend te kijken waar hij kon schuilen.

De zwarte figuur kwam traag in beweging. ‘Het moet toch anders kunnen? Is dit het dan? Ik voel me zo ellendig, niets gaat goed. Ik wil eens dat alles goed gaat, dat ik me over niets zorgen hoef te maken. Wat moet dat goed voelen, dat geloof ik echt!’ Maar hij realiseerde zich dat hij daarvoor niet op die plek kon blijven. Hij had echter geen idee waar hij dan wel moest aan beginnen.

De zwarte figuur keek rond waar hij naartoe kon gaan. Omdat alles zo donker was, had hij nooit de tijd genomen om zijn omgeving goed in zich op te nemen. Maar daarachter het kolkende meer, in de verte liep een kleine weg die hij nog niet ieder had opgemerkt. ‘Dat wordt het, alles is beter dan dit.’ En hij begon te stappen.

En naarmate hij verder ging, werd de regen minder. Op sommige plaatsen boorde de zon zich dapper door het wolkendek door. En voor het eerst hoorde hij... vogels! Wat klonk het heerlijk! Kleine jonge planten klauterden uit de aarde naar boven en kwamen langzaam tot groei. De zwarte figuur was razend benieuwd wat hij nog zou tegen komen.

Op de grens van 2 werelden kwamen 2 figuren samen, elkaar voor het eerst aanschouwend. De witte figuur staarde verbijsterd naar de zwarte figuur. En de zwarte figuur staarde terug. Nog nooit hadden ze iemand zo verschillend ontmoet. Alles aan de ander leek anders. ‘Wie ben jij en wat brengt je naar hier?’ Tot zijn ontzetting kon de witte figuur geen antwoord geven op de vraag die hij was! Hij stamelde dat hij zijn geluk beu was, er gebeurde nooit iets speciaals meer. Alles was altijd even prachtig. De zwarte figuur trok grote ogen, het klonk geweldig! Waarom zou je daarvan weg gaan?! ‘En wie ben jij?’ vroeg de witte figuur. Beschaamd moest de zwarte figuur toegeven het ook niet te weten. Hij wilde alleen een beter leven, weg van alle miserie die toch nooit beter werd, geen tegenslag meer. De witte figuur luisterde geïnteresseerd, het moest fascinerend zijn te leven op een plaats waar het donker was. Wat was regen trouwens? En tegenslag? Ze guurden naar elkaars pad, van waar ze gekomen waren. Het leek hun beiden de moeite waard verder te gaan. Ze spraken over een week weer af, aan hetzelfde punt als nu.

De week ging voorbij en langs de 2 uiteinden van een pad liepen 2 figuren naar elkaar toe. De zwarte opgelucht en blij, de witte teneergeslagen en beschaamd. “Dank je,’ zei de zwarte figuur, ‘om me te leren hoe het is gelukkig te zijn. Om te tonen dat het anders kan als ik ervoor durf naar buiten stappen.’ De witte figuur knikte en antwoordde: ‘Dank je om me te leren wat pijn en verdriet is, het heeft me leren waarderen wat ik had. Dank je om de waarde van wat ik had te zien.’ ‘Het is gek,’ zei de zwarte, ‘als ik niet uit dat donkere hol had geleefd, had ik nooit begrepen waarom jou velden zo prachtig zijn.’ ‘En als ik niet in die perfecte wereld had geleefd, had ik nooit begrepen hoe gruwelijk moeilijk het leven kan zijn in jouw wereld,’ gaf de witte toe. Het werd stil. Eigenlijk waren niet meer woorden nodig. En op het moment dat ze elkaar de hand gaven, spraken ze dezelfde zin: ‘Ik weet het weer.’


De witte en zwarte kleur vloeiden samen tot een elegant en krachtig grijs. En er stonden geen 2 figuren meer, maar eentje. ‘Wat weet je weer? De stem kwam van een klein meisje achter de grijze figuur. ‘Wie ik ben,’ antwoordde hij, ‘ik was het vergeten. Maar nu weet ik het weer. Ik ben mezelf, ik ben perfect, ik heb onhandig, ik ben vriendelijk, ik ben eigenwijs. IK BEN IK! En wie ben jij?’